Het lot heeft flink met me gesold,’’ zegt Famile, maar in haar stem klinkt geen beschuldiging of zelfmedelijden door.
Toen ze op vierjarige leeftijd haar dorp moest verlaten, waar ze alle ruimte had gehad, en afscheid van haar grootmoeder moest nemen, had Famile het erg moeilijk. ,,Ze nemen je mee naar de ongelovigen, daar zul jij ook een ongelovige worden,’’ had een familielid haar gezegd. Nu moet ze daarom lachen: ,,Dit ongelovige land heeft me veel bijgebracht. Juist in den vreemde ga je je geloof, je identiteit onderzoeken. Als ik in Palu was gebleven, had ik nooit kunnen studeren, nooit juriste kunnen worden. Ik zou ook geen vrome moslim kunnen worden,’’ stelt ze.
Al die mooie dingen gebeurden natuurlijk niet vanzelf. Als migrantenmeisje had ze met veel vooroordelen te kampen, ook uit eigen kring. De weg die ze moet gaan is eindeloos en grillig, ze heeft geen gids, maar moet zich wel continu bewijzen. Als ze rechten wil gaan studeren, zet haar omgeving haar enorm onder druk om ervan af te zien en kwetst haar voortdurend. Maar later toont iedereen berouw. Famile wordt aan jonge meisjes voorgehouden als een voorbeeld dat navolging verdient. Het is een cliché misschien, maar daarom niet minder waar: ‘Volg een opleiding en zorg dat je onafhankelijk bent!’ Volgens Famile valt Europa evenzeer iets te verwijten als de Turken. Want niet alleen het Oosten, maar ook het Westen heeft Famile vaak genoeg een voet dwars gezet. Het doet haar pijn als de Nederlandse samenleving haar niet neemt zoals ze is, van haar verlangt dat ze zich bewijst door concessies te doen aan haar geloof, aan zichzelf.
Ze vindt het belangrijk dat ze de eerste advocaat met hoofddoek van Nederland is, maar het bewustwordingsproces van vrouwen vindt ze veel belangrijker. Immers, als vrouwen veranderen, verandert de hele wereld mee, en dat vrouwen onderdrukt worden vindt ze het ergste dat er is. Want volgens haar geloofsopvatting en haar levensvisie zijn alle schepselen van God gelijk. Man of vrouw, moslim of niet, niemand is beter dan de ander. ,,Eerst moesten we ons hoofd buigen, en daarna bedekken,’’ verklaart ze het feit dat ze een hoofddoek draagt. Ze bedekte haar hoofd niet vanwege het geloof, maar vanwege haar cultuur in eerste instantie, later is ze zich bewust geworden van de redenen daarachter. Alles wat ze weet over de islam, over hoe ze moet bidden, heeft ze zichzelf geleerd. En als ze niet in Europa had gewoond, had ze niet zoveel vragen gesteld, was ze niet zo diepgaand over haar geloof gaan nadenken. Haar geloof zegt haar dat vrouwen vrij moeten zijn en recht hebben op een menswaardige behandeling.
Maar eigenlijk is ze niet zo’n opstandig type. Het enige dat je haar zou kunnen aanwrijven is dat ze zegt waar het op staat. O ja, en dat ze gelijkheid wil. Voor God zijn alle schepselen gelijk. Famile zegt drie keer in haar leven een belangrijke stap in de richting van de vrijheid en een menswaardig bestaan te hebben gezet, en ze schetst een beeld dat voor alle vrouwen opgaat: ,,De eerste stap was het behalen van mijn rijbewijs. Ik werd mijn eigen chauffeur. De tweede stap mijn afstuderen, waardoor ik een titel had, en een beroep. En de derde stap was, dat ik mijn eigen geld verdiende. Daardoor is mijn leven compleet veranderd. Ik was niet afhankelijk meer. Voortaan kon ik me verzetten tegen zaken.’’
Bij Famile wordt de deur platgelopen met problemen met de kinderen, of andere ellende. Over haar eigen problemen zul je geen woord horen. Misschien ooit een partner die haar aanmoedigt zich nog meer in te zetten voor haar vrouwenprojecten, of een kind dat haar naam draagt? Wie zal het zeggen? Bron: AD,14/2/’08
